SV | En de priester gaf aan de oversten van honderd de spiesen en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest waren. |
WLC | וַיִּתֵּ֨ן הַכֹּהֵ֜ן לְשָׂרֵ֣י [הַמֵּאיֹות כ] (הַמֵּאֹ֗ות ק) אֶֽת־הַחֲנִית֙ וְאֶת־הַשְּׁלָטִ֔ים אֲשֶׁ֖ר לַמֶּ֣לֶךְ דָּוִ֑ד אֲשֶׁ֖ר בְּבֵ֥ית יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyitēn hakōhēn ləśārê hammē’ywōṯ hammē’wōṯ ’eṯ-haḥănîṯ wə’eṯ-haššəlāṭîm ’ăšer lammeleḵə dāwiḏ ’ăšer bəḇêṯ JHWH: |
En de priester gaf aan de oversten van honderd de spiesen en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest waren.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de priester gaf aan de oversten van honderd de spiesen en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest waren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!